(Kritisch) vaccineren van de hond

Bij het zoeken naar de balans tussen het maximaliseren van de bescherming en het minimaliseren van de kans op ongewenste nevenwerking, is onze kliniek op het onderstaande vaccinatieschema uitgekomen.
Dit schema is niet alleen gebaseerd op de huidige richtlijnen van de firma van de vaccins, die wij in onze kliniek gebruiken, maar ook op basis van wetenschappelijke literatuur en ruim 20 jaar persoonlijke ervaringen van de dierenarts.

Ziekten Leeftijd waarop gevaccineerd dient te worden

6
weken

8-9 weken

12-13 weken

1 jaar

2 jaar

3 jaar

4 jaar

enz.

Hondenziekte

Ja - Ja Ja - - Ja -

Parvo

Ja Ja Ja Ja - - Ja -

Ziekte van Weil

- Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja

Hepatitis contagiosa canis

- - Ja Ja - - Ja -
Kennelhoest (Paraïnfluenza en Bordetella bronchiseptica)

Deze vaccinatie is alleen nodig bij een verhoogd risico.
Daarom eisen de meeste hondenpensions deze inenting.
Wij raden aan om pups niet standaard tegen kennelhoest in te enten, want hun lichaam moet al hard werken om voldoende afweerstoffen aan te maken tegen de bovenstaande vier ziekten.
Bovendien: De kennelhoest bij de hond is te vergelijken met de griep bij de mens.
Waarom zouden we pups wel tegen kennelhoest inenten, terwijl baby's niet de griepprik krijgen?
Zie ook het onderwerp 'Kennelhoest bij de hond'.

Hondsdolheid (Rabiës)

Het rabiësvaccin, dat wij in onze kliniek gebruiken, beschermt zowel tegen het Duvenhage-type als het Pasteur-type en geeft minimaal 3 jaar lang bescherming.

In Nederland komt alleen in het grensgebied met België en Duitsland rabiës bij de vos heel sporadisch voor en is deze vaccinatie dus niet nodig noch verplicht.

Alleen in geval van vertrek naar het buitenland is deze vaccinatie nodig en verplicht.
Ook bij het aanvragen van een ren- of coursinglicentie is dit nodig.
De hond dient minimaal 21 dagen vóór vertrek naar het buitenland gevaccineerd te zijn.
Indien de hond na de leeftijd van 12 weken tegen rabiës is gevaccineerd, dan is deze vaccinatie 3 jaar geldig voor landen binnen de Europese Unie.
Voor landen buiten de EU kan het zijn dat de inenting tegen rabiës nog steeds maar 1 jaar geldig is.
Voor bepaalde landen is behalve een inenting tegen rabiës ook een bloedonderzoek verplicht.
Deze procedure neemt minimaal een half jaar in beslag.
Overleg dus tijdig met uw dierenarts.
Pups jonger dan 3 maanden hoeven onder bepaalde voorwaarden niet gevaccineerd te zijn tegen rabiës.

 

Is de bescherming na vaccinatie 100%?

Tegen geen enkele ziekte is 100% van de dieren te beschermen. Immers er zullen altijd individuen zijn die een minder goede of zelfs helemaal geen weerstand na vaccinatie opbouwen. Gelukkig zijn dat er maar heel weinig. Er zijn ook aanwijzingen dat heel oude honden een minder goede weerstand opbouwen.
Voor een goede weerstandsopbouw na vaccinatie is het nodig dat honden op het moment van de inenting over een goede gezondheid beschikken. Aanwezigheid van andere ziekten, worminfecties en vlooien kunnen een verminderde weerstandsopbouw tot gevolg hebben.

 

Wat betreft de overige vaccinaties:

In Nederland is de kans om ziek te worden van Babesiose, de ziekte van Aujeszky of de ziekte van Lyme zeer klein. Bovendien wegen de voordelen van de vaccins voor Babesiose en Aujeszky niet op tegen ongewenste nevenwerking en de mate van bescherming tegen deze twee ziekten. Het vaccin tegen de ziekte van Lyme is niet in Nederland verkrijgbaar.

 

Babesiose ofwel Piroplasmose wordt door de teken in de landen rond het Middellandse Zeegebied, Duitsland en de Balkanlanden overgebracht.
De beste preventie is uw hond niet meenemen naar het buitenland en anders een goede tekenbestrijding. Zie ook het onderwerp 'Door teken overgebrachte ziekten'.
De preventieve inenting tegen de Babesiose vorm, die in Europa voorkomt, leidt alleen tot een vermindering van de ernst van de ziekteverschijnselen, maar kan de besmetting niet voorkomen. Een enkele keer kan een hond zelfs ziek worden van deze vaccinatie, vooral honden jonger dan 5 maanden oud.
Vanaf 5 maanden leeftijd kan een hond gevaccineerd worden. Drachtige en melkgevende teven mogen niet gevaccineerd worden.
Indien een hond voor de eerste maal wordt gevaccineerd, dient een 2de vaccinatie 3 â 4 weken later te worden gegeven. Vervolgens kan met een herhalingsvaccinatie ongeveer 2 weken voor de volgende vakantie naar risicogebieden worden volstaan, mits hier niet meer dan een half tot één jaar tussenzit. Indien de hond in een gebied verblijft waar de ziekte geregeld voorkomt, wordt een halfjaarlijkse herhalingsinjectie geadviseerd.

 

De volgende beschermingsmaatregelen kan men nemen om besmetting met de ziekte van Aujeszky te voorkomen:

  1. Geen slachtafval of rauw varkensvlees voeren aan de hond (en kat).

  2. Honden (en katten) niet op of in de nabijheid van (vers) begierd land laten komen.

  3. Op varkensbedrijven bestaat een verhoogd risico.

De ziekte van Lyme ofwel Borreliose komt bij teken in heel Europa en dus ook in Nederland voor.
De ziekte van Lyme veroorzaakt meestal geen klachten. Een enkele keer geeft het koorts met gezwollen pijnlijke gewrichten.