Kennelhoest bij de hond
Kennelhoest is een zeer besmettelijke infectieziekte van de voorste luchtwegen van de hond.
Met voorste luchtwegen worden de luchtpijp en hoofdvertakkingen naar de longen bedoeld.
Kennelhoest kan door verschillende virussen worden veroorzaakt;
daarnaast kunnen bacteriën ook een rol spelen.
Eén van de virussen is het Canine (= honden) para-influenza virus en één van de bacteriën
is de Bordetella bronchiseptica bacterie.
Een droge, hard klinkende, aanval gewijze hoest, soms met kokhalzen of braken. Een enkel maal ontstaat een longontsteking, die soms dodelijk kan aflopen. Tussen het moment van besmetting en het daadwerkelijk ziek worden zit een paar dagen. Kennelhoest kan bij de hond op alle leeftijden voorkomen.
Hoe voorkom ik kennelhoest?Het is niet te voorkomen.
Als de ziekte heerst, dan je hond niet in contact laten komen met andere
honden.
Deze infectie verspreidt zich via minuscuul kleine vochtdeeltjes in de lucht (hoesten,
niezen en direct neus-neus contact).
Er bestaat geen inenting tegen alle virussen en bacteriën die kennelhoest kunnen veroorzaken.
Er zijn alleen inentingen tegen het Canine para-influenza type-2 virus en de Bordetella bacterie.
Zo'n inenting zorgt er alleen voor dat een hond minder ziekteverschijnselen
vertoont en minder van het Canine para-influenza virus uitscheidt.
De meeste hondenpensions eisen echter wel een inenting tegen kennelhoest.
Elk jaar (meestal in het voor- en najaar) woeden er in ons land wel
een paar virussen, die kennelhoest kunnen veroorzaken.
Op het moment dat de hond met één van deze virussen in aanraking
komt, maakt zijn lichaam afweerstoffen aan. Daarna is hij voor vele jaren beschermd
tegen dit virus. Omdat niet elke keer hetzelfde virus hoeft rond te waren, moet
de hond elke keer opnieuw afweerstoffen aanmaken.
Wij raden aan om pups niet standaard tegen kennelhoest in te
enten, want hun lichaam moet al hard werken om voldoende afweerstoffen
aan te maken tegen de inenting met Hondenziekte, Parvo, Ziekte van Weil en
Hepatitis contagiosa canis.
Bovendien: De kennelhoest bij de hond is te vergelijken met de griep bij de
mens.
Waarom zouden we pups wel tegen kennelhoest inenten, terwijl baby's niet de
griepprik krijgen?
Wat te doen bij kennelhoest?
Volwassen dieren zijn meestal niet echt ziek. Als de hond alleen hoest, dan:
-
Rust.
De hond drie weken lang de gelegenheid geven uit te zieken en geen lange wandelingen maken. -
Zacht, lichtverteerbaar voedsel geven.
Bijvoorbeeld wat gekookte kip met rijst en zout naast de droge brokken geven. - Niet in een rokerige ruimte, want rook werkt prikkelend op de luchtwegen.
- In een warme omgeving en geen tocht.
- Niet aan de riem laten trekken en voorkom blaffen, want dan wordt de luchtpijp geprikkeld.
-
Pups en jonge honden behandelen voor spoelwormen
als dit langer dan 3 weken geleden voor het laatst is gebeurd. - Eventueel een warme vochtige katoenen of linnen doek om de hals slaan en daar overheen een wollen sjaal. Dit niet langer dan een half uur laten zitten.
- Eventueel wat van een kinderhoestdrankje geven.
-
Met pups en oudere, zwakke honden.
De kans op een ernstige longontsteking is dan groter. - Honden met een korte snuitpartij. Bijvoorbeeld de Engelse Buldog. Zij raken sneller benauwd.
- Als de hond erg hoest of lusteloos is.
- Als de hond binnen 1 week geen verbetering vertoont.
-
Bij een etterige neusuitvloeiing en/of ooguitvloeiing. Dit wordt
door een bacterie veroorzaakt en daartegen helpt een antibioticum.
(N.B. Een virus moet echter worden uitgeziekt en kan niet worden bestreden met een antibioticum.)
Let op:
Hondenziekte en Besmettelijke leverziekte (= Hepatitis contagiosa canis)
kunnen verschijnselen geven
die in eerste instantie lijken op Kennelhoest. Zij maken de hond snel
ernstig ziek en hebben bijna altijd een dodelijke afloop. Hiertegen bestaan
goede inentingen.
Nee.
Het kennelhoestvaccin voor de hond bestaat altijd uit één en dezelfde
virusstam en één en dezelfde bacteriestam.
Terwijl het griepvaccin voor de mens elk jaar opnieuw wordt samengesteld uit de virusvarianten
die in dat jaar actief zijn in de wereld. Maar ook dan steekt er ieder jaar een
onverwachte variant de kop op die niet in het vaccin zat verwerkt. Vandaar
dat ook de mens ondanks de griepprik toch nog ziek kan worden, al wordt de
kans hierop aanzienlijk beperkt.