De ouder wordende hond
Nederland vergrijst. Niet alleen de mensen, maar ook hun huisdieren
worden steeds ouder.
De senioren onder de honden hebben evenals hun baasje baat bij
speciale zorg om de kwaliteit van hun leven te verhogen. Oftewel om beter
in hun oude vel te zitten.
Veel van de veranderingen die het ouder worden met zich meebrengt kunnen niet worden genezen, maar ze kunnen wel worden beïnvloed. Het begeleiden en beïnvloeden van ziekten kunnen zorgen dat de hond een goede oude dag krijgt. Hierbij is wel van belang de ziekten zo vroeg mogelijk te herkenen en te behandelen.
Wat zijn de meest voorkomende problemen bij de oudere hond?
- Tragere stofwisseling.
Als gevolg hiervan kan het dier zijn lichaamstemperatuur minder goed op peil houden en kan het daardoor zomers erg warm krijgen en 's winters snel koud.
Ook is door de tragere stofwisseling het dier minder goed bestand tegen stress, waardoor met name katten minder tegen veranderingen kunnen, zoals verhuizen of het in huis halen van een nieuw jong katje.
- Het dorstgevoel neemt af waardoor uitdroging kan optreden en de
bloedsomloop kan verminderen.
- De blaas kan niet volledig geledigd worden. Dit kan samen met te
weinig drinken leiden tot blaasontsteking.
Ook de motoriek van het maagdarmkanaal is minder goed.
- Gebit- en tandvleesproblemen. Tandvleesontsteking kan de hartkleppen
en de nieren aantasten.
- Regelmatig optredende diarree of darmverstoppingen
door stoornissen in de spijsvertering.
- Verminderde lever- en nierfunctie.
Als gevolg hiervan neemt de capaciteit af om giftige stoffen effectief te verwijderen. Door een hoge concentratie aan giftige stoffen in het bloed kan de hond onder anderen gedragsveranderingen gaan vertonen.
Door een lang bestaande verminderde nierfunctie kan ook bloedarmoede ontstaan.
- Afnemende hart- en longcapaciteit.
Hart- en longafwijkingen.
- Het afweersysteem vermindert, met als gevolg het ontwikkelen van
sluipende infecties.
- Stijfheid en/of kreupelheid
door gewrichtsslijtage (arthrose) en verlies van spierweefsel en spierkracht.
- Vermindering van gehoor, zicht en reuk.
Het troebel worden van de lens (= lenssclerose) heeft weinig invloed op het zien.
Het droger worden van de ogen heeft tot gevolg dat de ogen gaan branden, jeuken of slijm afscheiden en dat op den duur het zichtvermogen afneemt.
- Minder goede huid en vacht.
De nagels worden langer en broos.
- Hormonale stoornissen in de bijnieren (de ziekte van Cushing), de
schildklieren (te weinig schildklierhormoon bij de hond) en de alvleesklier (suikerziekte).
Hormonale stoornissen kunnen ook gedragsveranderingen tot gevolg hebben.
- Prostaatproblemen bij de reu.
Problemen aan de eierstokken en baarmoeder bij de teef.
- Goed- en kwaadaardige gezwellen.
Kleine honden (lichter dan 10 kg): vanaf 9 á 13 jaar.
Middelgrote honden (tussen 10 en 25 kg): vanaf 9 á 12 jaar. Grote honden (tussen 25 en 45 kg): vanaf 7 á 10 jaar. Erg grote honden (zwaarder dan 45 kg): vanaf 5 á 9 jaar. Check lijst van mogelijke problemen bij de oudere hond en kat:- Meer gaan drinken.
- Urine verlies, veel of vaker urineren.
- Veranderde eetlust.
- Vaker maagdarmproblemen, zoals winderigheid, braken, diarree of
verstoppingen.
- Gewichtsverandering in een korte tijd.
- Uit de bek stinken.
- Hoesten.
Overmatig hijgen of zwaarder ademhalen.
- Snel moe.
- Moeite met opstaan, springen of trap lopen.
Stijf of mank lopen.
- Veranderingen aan huid, vacht en/of nagels.
- Vieze ogen of oren.
Schudden met de kop of krabben aan een oor.
- Toevallen of trillen.
- Gedragsveranderingen:
- minder enthousiast begroeten, lusteloos
- hyperactief, rusteloos
- buitensporig blaffen
- veranderd slaappatroon
- in kringen lopen, afwezig of gedesoriënteerd
- aanhankelijker worden of juist afzonderen
Met een lichamelijk onderzoek van uw huisdier en een eenvoudig
urinetest en eventueel daaropvolgend bloedonderzoek. Hiermee zijn een
aantal, vaak gunstig te beïnvloeden verouderingsprocessen en meestal goed
te behandelen ziekten, te onderkennen.