Kou en sneeuw
In de koude wintermaanden kunnen onze huisdieren met specifieke problemen
te maken krijgen.
Honden
die in de sneeuw lopen, krijgen soms tot ijs bevroren
sneeuwklompjes tussen de voetzooltjes. Hetgeen pijnlijk is bij
het neerzetten van de poot. Om dit te voorkomen kunt u de haren
tussen de voetzolen insmeren met vaseline. De voetzolen zelf
niet insmeren met vaseline en deze haren ook niet wegknippen.
Als door ijs of bevroren sneeuw verwondingen aan de voetzooltjes
zijn ontstaan, kunt u de hond schoentjes aandoen,die in
verschillende maten worden geleverd.
Sneeuwklompjes kunnen ook gaan vastzitten aan de zijdeachtige
haren onder de buik en aan de benen van hondjes met korte poten,
zoals de Shih-Tzu.
Sommige honden vertonen de neiging sneeuw of bevroren ontlasting op te
eten. Dit kan aanleiding geven tot braken en/of diarree.
Het zout dat op de wegen wordt gestrooid tegen de gladheid kan bij honden op de dun behaarde lichaamsdelen een allergische reactie veroorzaken. Vooral de voetjes en het scrotum (= de balzak) kunnen jeuken en rood worden. Daarom na het wandelen de voetjes, de buik en de liezen afspoelen met lauw water en voorzichtig droogwrijven.
Verder kan de hond last krijgen van de kou. Vooral voor kleine
honden bestaan er truitjes en jasjes.
Bij honden met grote dun behaarde oren kan een scherpe koude wind de rode
bloedcellen doen samenklonteren in de dunne haarvaatjes, waardoor de
oorranden afsterven.
Ook kan de hond het koud krijgen als deze buiten op de grond ligt of
binnen op een stenen vloer.
Oudere honden kunnen bij koud vochtig weer meer last hebben van hun
spieren en gewrichten.
De hond moet ook in de winter regelmatig worden geborsteld. De vacht zal anders dichtslaan, waardoor vlak boven de huid een warm vochtig milieu ontstaat waar bacteriën en gisten goed in kunnen gedijen. Met als gevolg eczeem en jeuk.