Droge ogen (KCS)
Droge ogen ofwel keratoconjunctivitis sicca (= KCS) is een uitdroging van het hoornvlies (= de buitenste, doorzichtige bekleding aan de voorzijde van het oog) en het oogslijmvlies. Het is een gevolg van een tekort aan tranen of het niet goed functioneren van het laagje traanfilm door een verkeerde samenstelling van het traanvocht.
KCS is een relatief veel voorkomende aandoening bij de oudere hond en mens. Hoewel de aandoening zowel bij kruisingen als bij rashonden wordt vastgesteld, zien we het vooral bij de kleine hondenrassen zoals de langharige Dashond, de West Highland White Terriër, de Yorkshire Terriër, de Cocker Spaniël, de Cavalier King Charles Spaniël, Pekinees, de Shih Tzu, de Lhasa apso, de Poedel en de Beagle.
Tranen dienen vooral om het oog vochtig te houden. Bij elke knipperslag wordt het traanvocht in een dun laagje gelijkmatig over het oog verdeeld. Dit dunne laagje noemt men de traanfilm en dient het oog te beschermen tegen de buitenlucht. Sommige dieren produceren onvoldoende traanvocht om hun ogen voldoende vochtig te houden. Dit heeft tot gevolg dat de ogen gaan branden, jeuken of slijm afscheiden.
Wat is de oorzaak van KCS?Zogenaamde droge ogen worden in ons leefklimaat zeer vaak veroorzaakt door het eigen lichaam van de hond of kat en door factoren van buitenaf. Door het ouder worden van de huid en slijmvliezen worden de ogen wat droger. Te droge lucht in huis, vervuilde lucht in de randstad en/of harde wind geven dan bij veel van de oudere dieren bovengenoemde klachten.
Een andere belangrijke oorzaak bij de hond is een onvoldoende productie van tranen doordat de traanklieren worden vernietigd door het eigen lichaam.
Overige oorzaken van droge ogen zijn
- te weinig of helemaal niet knipperen met de ogen (zoals bij dieren onder narcose),
- onvoldoende sluiten van de oogleden tijdens het slapen (vooral bij de grootogig kortneuzige hondenrassen),
- het gebruik van bepaalde medicijnen (zoals sulfapreparaten),
- infecties,
- tumoren,
- vergiftigingen (zoals belladonna),
- voedingstekorten (zoals vitamine A),
- chirurgisch verwijderen van de traanklier in het derde ooglid,
- aangeboren niet goed gevormde traanklieren en
- letsels van de zenuwvoorziening van de traanklieren, de traanklieren zelf of hun
afvoerbuisjes.
Ook oorstekingen en letsels bij de basis van het oor kunnen de zenuwvoorziening van de traanklieren verstoren.
Het hoornvlies heeft een dof aspect en de slijmvliezen van het oog en
de oogleden zijn rood.
Soms kunnen droge ogen worden afgewisseld met tranende ogen: de
basisbevochtiging is onvoldoende en als reactie daarop gaan de ogen zo nu
en dan tranen.
Als de KCS al langer bestaat, is er ook een pussige ooguitvloeiing, die vaak op de oogbol blijft hangen in plaats van zich in de ooghoek te verzamelen.
In een nog later stadium kan het hoornvlies een grijsverkleuring en/of zweertjes gaan vertonen. Bloedvaatjes vanuit de slijmvliezen kunnen in het hoornvlies gaan groeien. Vaak is de neus droog.
De dierenarts kan de hoeveelheid traanproductie meten door een strookje
vloeipapier om het onderste ooglid te leggen.
Het traanvocht kan ook nader onderzocht worden door toevoeging van
kleurstofdruppels.
De meest gebruikte methode is het regelmatig druppelen van de ogen met kunsttranen of met vitamine A oogdruppels.
Ook zijn er medicijnen die de traanproductie kunnen stimuleren. Na 2 en 4 weken wordt het effect hiervan gecontroleerd door de traanproductie opnieuw te meten. Op die dag mogen geen medicijnen op het oog worden aangebracht.
Een speciale bril, die aan de zijkanten is afgesloten, kan ervoor zorgen dat de ogen tijdens het fietsen door de wind niet te veel uitdrogen. Het is tevens nodig zaken die extra droogte of irritatie geven te vermijden, zoals rook of een ventilator in de auto.
Voor de behandeling van een ernstige KCS is meer nodig, dan alleen het vochtig houden van de ogen met oogdruppels. De pussige ooguitvloeiing moet met het slijmverdunnende middel acetylcysteïne en een steriele fysiologische zoutoplossing worden opgelost en uitgespoeld, waarna een zalf met antibioticum en vitamine A op de ogen wordt aangebracht.
Bij honden met totaal geen traanproductie of die slecht te
hanteren zijn, kan een operatie worden overwogen, waarbij de
speekselafvoerbuis wordt omgeleid naar het oog. Er dient dan echter wel een
normale speekselproductie te bestaan. Deze "ductus parotis
transpositie" zorgt dat het oog met speeksel wordt bevochtigd,
waardoor de ogen niet vele malen daags gedruppeld hoeven te worden.
Een
nadeel van deze operatie is dat het speeksel kalkneerslagen op het
hoornvlies, het onderooglid en de haren veroorzaakt.
Zolang de ogen goed vochtig worden gehouden: goed.
Bij een chronische KCS treedt vaak wel enig herstel van de traanproductie op, maar meestal geen volledig herstel. Dit betekent: levenslang 2 tot 8 maal daags medicatie en de ogen regelmatig door de dierenarts laten controleren.