afghaanse windhond

Herkomst
In Afghanistan was hij in bergachtige streken de onstuimige jager op roofwild en de bewaker van huis en haard.

Algemeen voorkomen
Middelgrote, elegante en harmonisch gebouwde windhond, die kracht en snelheid uitstraalt. Gereserveerd en waardig in zijn karakter. Hij heeft veel allure en een oosterse, bijna mysterieuze uitdrukking in de donkere ogen. Getooid met een opvallende, lange, zijdeachtige vacht. Het hoofd wordt trots gedragen. Harmonische gehoekte ledematen met grote voeten. De bevederde staart heeft een karakteristieke ring aan het eind.

Schofthoogte
Reuen 68 – 74 cm; teven 63 – 69 cm

Gewicht
23 – 28 kg

Vacht
De vacht is lang en zeer fijn van structuur. Op de snuit is het haar kort. Op het hoofd is de vacht lang met een kenmerkende kuif met bevederde oren. Vanaf de schoft is haar naar achteren op de rug kort en dicht. Alle kleuren zijn toegestaan.

Gebruik
Zichtjager. Instinctief volgt de Afghaan alles wat beweegt; daarom kan hij het beste op een omheind terrein worden uitgelaten.

Gezondheid
Zeer incidenteel komen heupdysplasie en bepaalde erfelijke oogaandoeningen voor.

Aard
De Afghaan is intelligent en onafhankelijk. Hij is niet echt af te richten maar is van nature toch een gemakkelijke hond in de omgang zolang hij met respect en geduld wordt bejegend. Gehoorzaamheid is hem bij te brengen met respect en een zachte maar consistente hand; op hardheid reageert hij averechts. Hij is vriendelijk maar afstandelijk en voor vreemden terughoudend. Binnenshuis is hij rustig, mits hij voldoende beweging krijgt.

Overig
Een Afghaan moet regelmatig worden geborsteld om klitvorming te voorkomen. Afhankelijk van de kwaliteit van de vacht kan dit één keer per week of meer betekenen. Een bad is alleen noodzakelijk als de vacht vuil is geworden of als de hond voor een tentoonstelling moet worden voorbereid.

bron RvB


Over de Afghaanse windhond

Geschiedenis
De geschiedenis van de Afghaanse windhond gaat zeer ver terug. De Shikoris, inwoners van Afghanistan, beweren zelfs dat Noach de Afghaanse windhonden een plaats gaf in zijn Ark! Er bestaat geen enkele twijfel over het feit dat de Afghaanse windhond tot de oudste rassen van de wereld behoort.

De Afghaan werd via Engeland uit Afghanistan geïmporteerd in het begin van de 20e eeuw. Afghanen kwamen in het Nederlandse Hondenstamboek voor het eerst voor in deel XXIII van 1929, waarin een vijftal Afghanen wordt vermeld, die sinds 1927 vanuit Engeland in Nederland waren geïporteerd. Deze importen betekenden de start van dit ras in Nederland.

Er bestonden oorspronkelijk eigenlijk 2 rassen: de vlakte-Afghaan en de berg-Afghaan. Het eerste type werd in de lager gelegen gebieden gebruikt voor de jacht op hazen en antilopen; het tweede tot ver in het ruwste hooggebergte voor de jacht op steenbokken, bergherten enz. Op alle verschillen tussen deze Afghanen gaan we hier niet in. De tegenwoordige rashond behoort gefokt te worden naar de Engelse rasstandaard (een boekje met de standaarden van onze rassen en de statuten van de vereniging is bij het secretariaat te koop, evenals het clubboek over de geschiedenis van de NVOW en de rassen in Nederland. Zie voor adressen de algemene informatiepagina van deNVOW).

De Afghaan heeft een periode gekend van vrij grote populariteit, die de laatste jaren sterk afgenomen is en het is nu weer een vrij zeldzaam ras. Het exotische uiterlijk van de Afghaan wordt door velen bewonderd, evenals de typische zijdeachtige vacht en het zeer stijlvolle, vloeiende en veerkrachtige gangwerk.

Verzorging
Men kan het feit niet verbergen, dat de vacht van een Afghaan heel wat aandacht vergt en dat men zich er niet met een Jantje van Leiden van af kan maken. De vacht van een Afghaan heeft vrij veel verzorging nodig: het haar klit bij de meeste snel en wordt ook vuil, zodat er vaker dan bij andere rassen gewassen en geborsteld moet worden.

Lichaamsbeweging
Lichaamsbeweging is zeer belangrijk voor de lichamelijke en geestelijke gezondheid van de Afghaan. Tot de leeftijd van ongeveer 6 maanden kan hij alle lichaamsbeweging die hij nodig heeft verkrijgen in zijn eigen huis en tuin. Hij moet nooit teveel beweging krijgen en zodra hij tekenen van vermoeidheid gaat vertonen, moet hij naar zijn eigen bed kunnen gaan en rusten. Als de Afghaan opgroeit zal hij meer lichaamsbeweging nodig hebben. Een volwassen Afghaan, die te weinig beweging krijgt, kan vrij snel een lastpost in het gezin worden. Met onvoldoende beweging om hem gelukkig te houden zal hij andere dingen bedenken en gaan doen. Deze dingen worden helaas niet altijd op prijs gesteld in het huis. Beweging moet worden gegeven, onafhankelijk van de weersgesteldheid, de toestand van de eigen gezondheid en de beschikbaarheid van tijd.

Karakter
Kenmerkend voor een ras dat zelfstandig de prooien moest vangen, is de onafhankelijke aard. De Afghaan is niet geselecteerd op gehoorzaamheid, maar alleen op prestatie, de jachtlust, snelheid, behendigheid en moed. Je neemt er geen om speciaal kunstjes te laten doen (hoewel er in Amerika een circusnummer is met Afghanen!), maar het klikt alleen echt tussen hond en baas als er een wederzijds respect is voor elkaar: men leeft samen en probeert elkaar tot zijn recht te laten komen. Daarbij is de mens natuurlijk degene die de omstandigheden verschaft en bepaalt. Kan men een Afghaan niet het juiste milieu bieden, neem er dan geen. Respect voor de hond houdt ook in dat u hem niet hard behandelt bij de opvoeding, dus zeker geen slaag geeft. De hond zal dan geen respect meer voor u hebben, misschien wel bang voor u zijn, maar u tegelijk verachten. Het wordt dan niets tussen u beiden. Toch moet de hond leren begrijpen dat u in bepaalde opzichten de leider bent die grenzen en wetten stelt waaraan hij zich moet houden.

Een van de voor velen prettige eigenschappen van de volwassen Afghaan is het gedrag binnenshuis: zeer beheerst en rustig en zo totaal anders dan de vrolijke en drukke herders- en jachthondenrassen die door anderen weer zo leuk gevonden worden.
Met andere huisdieren kan de Afghaan meestal zeer goed overweg. Buiten is hij meestal niet agressief tegenover andere honden, maar als hij aangevallen wordt is de echte Afghaan vaak onoverwinnelijk! Bij zeer jonge kinderen die niet weten hoe ze zich moeten gedragen tegenover de hond en wel eens onbewust wreed of onhandig gedrag vertonen, raden wij de Afghaan niet aan.

Activiteiten
Als extra mogelijkheid tot plezier en ontspanning voor de hond en baas zijn er de windhondenrennen en -coursings. Informeer bij uw vereniging wat dat zoal inhoudt en wie weet gaan baas en hond het beide leuk vinden. Behalve aan sport deelnemen kunt u uw hond ook tentoonstellen als u en de hond dat leuk vinden. Bovendien moet hij dan ook nog mooi zijn in de zin van de rasstandaard en naar de smaak van de keurmeester.

Wel wil de NVOW erop wijzen dat zij van mening is dat pure rensport een niet "passende" activiteit voor onze rastypische Oosterse windhonden is en derhalve het deelnemen aan renactiviteiten geen zekerheid biedt voor de rastypische eigenschappen/kenmerken van onze Oosterse windhonden, omdat:
* De NVOW van mening is dat de werkelijke rastypische kwaliteiten van onze Oosterse windhonden niet uitsluitend beoordeeld kunnen worden aan de hand van prestaties op een renbaan of op een tentoonstellen of op een coursingsveld;
* De NVOW van mening is dat de drie takken van "sportactiviteiten" veel kunnen betekenen voor onze honden en hun eigenaren, echter de totale kwaliteit van een rastypische Oosterse windhond dient uit meerdere invalshoeken bekeken te worden.

Als u een teef hebt en de hond heeft voldoende waarde als fokdier, kunt u er ook mee gaan fokken. Ook dat is een liefhebberij op zichzelf: mooi maar vaak ook met teleurstellingen; begint eer ge begint!

De mentaliteit van de baas
De mentaliteit van de baas is heel belangrijk voor een gelukkig samenleven. Want Afghanen zijn anders: dat geldt vooral ook voor hun karakter. De Afghaan is misschien wel de minst "hondse" onder alle rassen. Ze hebben een introverte geaardheid, zien op vele zaken neer en maken een rustige, trotse indruk. De baas moet er dan ook rekening mee houden dat de Afghaan geen slaafse ziel, geen uitvoerder van bevelen in de zin van "direct gehoorzamen" is. "Leven en laten leven" is de grote kunst bij de omgang met de Afghaan. De Afghaan voortdurend onder appèl te willen houden of scherpe bevelen te willen geven, zou de beste methode zijn om mens en dier van elkaar te vervreemden.

Denkt u er vooral zorgvuldig over na alvorens u tot de aanschaf van een Afghaan overgaat. Laat de hond niet de kans lopen dat hij na een tijdje weer weg moet. Mocht u wel een Afghaan nemen, dan wensen we uw hond fijne huisgenoten toe die hij zeker zal waarderen. En als u een echte liefhebber van dit ras wordt, dan kunt u er eigenlijk nooit meer buiten.
bron NVOW


Afghan Hound Standard 09.11.2004

UTILIZATION :
Sighthound.

CLASSIFICATION F.C.I. :
Group 10 Sighthounds. Section 1 Long-haired or fringed Sighthounds. Without working trial.

GENERAL APPEARANCE :
Gives the impression of strength and dignity, combining speed and power. Head held proudly.

BEHAVIOUR / TEMPERAMENT :
Eastern or Oriental expression is typical of breed. The Afghan looks at and through one. Dignified and aloof, with a certain keen fierceness.

HEAD :
CRANIAL REGION :
Skull : Long, not too narrow with prominent occiput. Well balanced and mounted by a long « top-knot ».
Stop : Slight.

FACIAL REGION :
Nose :
Preferably black, liver permissible in light-coloured dogs.
Muzzle :
Long, with punishing jaws.
Jaws/Teeth :
Jaws strong, with a perfect, regular and complete scissor bite, i.e. the upper teeth closely overlapping the lower teeth and set square to the jaws. Level bite tolerated.
Eyes :
Dark for preference, but golden colour not debarred. Nearly triangular, slanting slightly upwards from inner corner to outer.
Ears :
Set low and well back, carried close to head. Covered with long silky hair.

NECK : Long, strong with proud carriage of head.

BODY :
Back :
Level, moderate length, well muscled.
Loin :
Straight, broad and rather short.
Croup :
Falling slightly away to stern. Hipbones rather prominent and wide apart.
Chest :
A fair spring of ribs and good depth.

TAIL :
Not too short. Set on low with ring at end. Raised when in action. Sparsely feathered.

LIMBS
FOREQUARTERS :
Forelegs straight and well boned, straight with shoulder viewed from front.
Shoulders :
Long and sloping, set well back, well muscled and strong without being loaded.
Upper arm :
Long and sloping.
Elbows :
In profile vertically below the withers. Close to rib cage, turning neither in nor out.
Pasterns :
Long and springy.

HINDQUARTERS :
Powerful. Great length between hip and hock with comparatively short distance between hock and foot.
Stifles :
Well bent and well turned.
Dewclaws :
May be removed.

FEET :
Forefeet strong and very large both in length and breadth, and covered with long, thick hair; toes arched. Pads well down on ground. Hindfeet long, but not quite as broad as forefeet; covered with long thick hair.

GAIT / MOVEMENT :
Smooth and springy with a style of high order.

COAT
HAIR :
Long and very fine texture on ribs, fore and hindquarters and flanks. In mature dogs from shoulder backwards and along the saddle, hair short and close. Hair long from forehead backwards, with a distinct silky « top-knot ». On foreface hair short. Ears and legs well coated. Pasterns can be bare. Coat must develop naturally.

COLOUR :
All colours acceptable.

SIZE :
Ideal height : dogs 68-74 cm; bitches 63-69 cm.

FAULTS :
Any departure from the foregoing points should be considered a fault and the seriousness with which the fault should be regarded should be in exact proportion to its degree and its effect upon the health and welfare of the dog.

Any dog clearly showing physical or behavioural abnormalities shall be disqualified.

N.B. : Male animals should have two apparently normal testicles fully descended into the scrotum.




About the Afghan Hound

With roots dating to the Egyptian pharaohs, the Afghan hound is an ancient breed derived from the group of Middle Eastern sighthounds.
Despite such illustrious roots, most of the Afghan hound’s development is the result of its use by nomadic tribes as a coursing hound capable of providing hare and gazelle meat for the pot.
The dogs often hunted with the aid of falcons, which were trained to swoop at the quarry. Generations of hunting in the harsh mountainous terrain of Afghanistan produced a fast dog that also had a good deal of stamina, but most of all, had incredible leaping ability and nimbleness.
Its long coat protected it from the cold climate.
These dogs remained isolated for centuries, hidden in the impenetrable Afghanistan mountains. The first Afghan hound came to England in the early 1900s; at that time these dogs were called Persian greyhounds or Barukhzy hounds.
These dogs were a diverse lot so a standard of perfection — modeled on Zardin, a particularly striking dog — that described the more elegant, racy dog of today was created.
Popularity grew slowly, with the dog appealing mostly to the glamour set. Popularity in the show ring came faster, with the Afghan quickly becoming one of the most competitive and glamorous dogs in the rings.
In the 1970s the Afghan became a fad breed with the public, but it has since dwindled in popularity.

The Afghan is built along greyhound-like lines, enabling it to execute a double-suspension gallop and run-down fleet game.
The comparatively short back and steep pelvis helped it to leap great heights and to turn almost in place, essential attributes for coursing in rocky mountainous terrain.
The large feet gave it a better foothold and were more resistant to injury on rough ground. The silky coat protected the dog from cold nights at high altitudes.
The Afghan appears dignified and aloof, with an exotic expression and proud carriage.
This dog’s gait shows great elasticity and spring; the Afghan moves with its head and tail high.

Despite its glamorous reputation, the Afghan hound is a hunter at heart, bred to chase down game over rugged terrain.
While it maintains its regal bearings inside, it needs a daily chance to stretch its legs in a safe area. Its worst trait is a reluctance to come when called. It will chase small animals outside; inside, it will coexist peacefully.
Though gentle with children, it may not be playful and interactive enough with them.
Described by some as “catlike,” it is independent yet sensitive and not overly demonstrative.
It is reserved with strangers; some can be timid. It has a gay, clownish side.

The Afghan needs daily exertion, either in the form of a long walk followed by a short sprint, or preferably, a chance to run full speed in a safe, enclosed area.
Although its coat might make it amenable to outdoor living in temperate areas, it needs a soft bed and is better suited as a house dog. The coat requires some commitment, especially when shedding the puppy coat; most adult coats need brushing or combing every two to three days.